woensdag, augustus 02, 2017

Dansplezier in vroegere jaren!

 
 We zijn dan tussen de twee wereldoorlogen en plaats van gebeuren is de toenmalige zaal "Flandria" in de Brugstraat in Beringen.
Deze zaal werd later cinema "Lux".
Wanneer je naar de foto kijkt zie je  rechts mijn  vader Pier Cruysberghs, links Nonk Sus Cruysberghs, de patron Nonk Lom Van Brabant in het midden met buishoed. De andere mooi geklede heren zijn allen familieleden.
 Op de foto lijkt het dat je te doen hebt met personen die optreden in een vroeger circus. Niets is minder waar.
 De man in het midden, met buishoed, een oom van mijn vader, had indertijd, we spreken van 1925, een danstent beter gezegd een dansorgel in een danszaal.
 De mooi versierde decoratie achter al zijn personeelsleden was deze dansorgel. Dit orgel werd in werking gesteld door middel van muziekboeken waarin gaatjes waren aangebracht die op hun beurt, zoals bij de eerste computers, instonden voor het ingang brengen van verschillende muziekinstrumenten die in en op het orgel waren aangebracht.
 
 Er waren aanwezig een boekenmeester die telkens drie muziekboeken van een bepaalde soort in het orgel stak en de werking verzorgde.
De dansen werden per drie gespeeld, Polka, Mazurka, Foxtrot, Charleston, Mars en vergeten we zeker niet de fameuze Wals.
 De kandidaat dansers zaten rond een piste. De meisjes wachten op hun stoel en werden door moedige jongens uitgenodigd voor de volgende danssessie.
Zij die nooit gevraagd werden, werden "muurbloemetjes" genoemd.
 De jongens stonden aan de toog en dronken zichzelf moed in om de stap naar een gekozen meisje te wagen.
 Het meisje had het recht om de dans te weigeren, maar dat werd door de jongen als een zeer zwaar "affront" ervaren.
Tussen de tweede en de derde dans werd er door pistejongens- zie ook hier boven onze familieleden- rondgegaan voor "dansgeld".
 Dit was toentertijd vijf centiemen, wat overeenkomt met één Euro op dit ogenblik.
Het was een hele eer om als pistejongen te mogen werken, hij verdiende iets maar kreeg ook van de in goede stemming verkerende dansers  (jongens op veroveringspad) heel wat drinkgeld, meer nog, ze konden hun ogen van dichtbij de kost geven.
 Na de dans werden de meisjes terug naar hun plaats begeleid of soms door een erg ondernemende partner uitgenodigd om iets mee gaan te drinken aan de toog.
 Dit toegeven was al een ernstige tegemoetkoming aan de verleidingskunsten van een jongen en werd dan ook door anderen achterdochtig en met jaloerse blikken bekeken.
 
Andere danstenten waren rondreizende attracties die meestal tijdens de kermisdagen opgesteld stonden.
 Zo hadden we toen de tent van "Vanbael" en van "den Dries". Ze waren meestal de drie dagen van de kermis in actie, zondag, maandag en dinsdag. Ze waren erg decoratief met veel versieringen en spiegels maar vooral voorzien van een goed verzorgde ronde dansvloer in hout waar men op regelmatige tijdstippen van de avond zagemeel strooiden om het glijden bij het dansen te bevorderen.
De beste dansers hadden ook toen het meeste succes!
Dansen was een kunst die toentertijd met veel hoffelijkheid gebeurde….. maar waar de romantiek zeker hoogtij vierde en we met onze familie met graagte aan meehielpen.
 


Hieronder zie je de vrouwelijke medewerkers aan die stijlrijke dansavond. De grote baas staat  steeds fier in het midden met de klasrijke buishoed en de bijpassende jacket en stropdas. De dames in gesteven witte uniformen.