We stelden ons daar geen vragen over en probeerde te leren wat de meesters dachten dat nodig hadden om in ons later leven onze "man" te kunnen staan.
Op dit ogenblik worden over het onderwerp "kennen of kunnen" op het internet en TV grootse discussies gevoerd. Men beweert dat de leerlingen te weinig kennen en alleen nog alles kunnen. Wat het probleem eigenlijk is weet ik niet maar we zijn zonder die wetenschappelijke benadering van leermethodes groot geworden en denken niet dat de leraars toen evenmin wisten wat men nu zou moeten weten.
Wat we wel weten is dat de kinderen nu veel minder van buiten moeten kunnen opzeggen, geen liedjes, gedichtjes of gebedjes meer, maar op internet vinden ze wel alle teksten van alle bestaande liedjes,filmen en alle andere onderwerpen waar wij toen en meestal nu ...nog niet van hebben gehoord. Tot grote schrik van sommige ouders die dat niet kunnen en vrezen dat hun bloedjes van "alle" domeinen meer kaas gaan gegeten hebben dan dat ze zelf ooit hebben mogen proeven. We probeerden met veel ernst gedurende vele uren per dag mooi te schrijven met een ballonpennetje gedopt in een met inkt gevulde inktpot. Dat we uiteindelijk zonder vlekken mooi gevormde letters op papier konden krijgen, letters die als opperste bekroning moesten dienen om onze jaarlijkse nieuwjaarsbrief ter wereld te brengen, was een heel verdienste van de onderwijzer(es) en een goede oefening voor onze fijne motoriek.
Het blijven persoonlijke vaardigheden die een stempel drukte op onze vorming en we werden aan ons eigen schrift zelfs herkend. Al deze moeite wordt nu vervangen door ontelbare lettertypes die in "Word" ter beschikking staan op de computer en die langs zijn spellingcontrole er tevens voor zorgt dat alles nu foutlozer geschreven wordt. Kunnen we het of kennen de kinderen het? Men drilde ons zonder ophouden om de tafels van vermenigvuldiging klassikaal te kunnen afdreunen, met leerde ons breuken op- en aftellen, vermenigvuldigen en delen (dit laatste met de tweede omgekeerd) tot we er niet meer aan uit konden. De laatste keer dat ik zo een breuk nodig gehad heb was om de zondagse taart door te snijden in precies acht gelijke delen. We leerden vijlen tot op 1/100 mm nauwkeurig “met de hand”. Die taak is door machines overgenomen, machines die bestuurd worden door computers bestuurd vanuit een rustig bureel, zonder oorverdovend lawaai of geur van olie, die je zeker een maagzweer bezorgde. Kan men het en …moeten we het nog kunnen? Ik kan zo nog door doorgaan met ontelbare voorbeelden maar ik weet wel dat onze en de hedendaagse leraars niet in de toekomst kunnen kijken en dat we niet weten wat de toekomende voor de toekomst werkelijk nodig zullen hebben. Dat we onze opvoeding zo flexibel moeten aanbrengen dat de kinderen zonder véél moeite kunnen inspelen op nieuwe toestanden en uitdagingen die zich aandienen is een feit waar we het dan ook zullen moeten mee doen.
“Ze zullen het moeten kunnen” en ik heb geen schrik dat het kan.
Op dit ogenblik worden over het onderwerp "kennen of kunnen" op het internet en TV grootse discussies gevoerd. Men beweert dat de leerlingen te weinig kennen en alleen nog alles kunnen. Wat het probleem eigenlijk is weet ik niet maar we zijn zonder die wetenschappelijke benadering van leermethodes groot geworden en denken niet dat de leraars toen evenmin wisten wat men nu zou moeten weten.
Wat we wel weten is dat de kinderen nu veel minder van buiten moeten kunnen opzeggen, geen liedjes, gedichtjes of gebedjes meer, maar op internet vinden ze wel alle teksten van alle bestaande liedjes,filmen en alle andere onderwerpen waar wij toen en meestal nu ...nog niet van hebben gehoord. Tot grote schrik van sommige ouders die dat niet kunnen en vrezen dat hun bloedjes van "alle" domeinen meer kaas gaan gegeten hebben dan dat ze zelf ooit hebben mogen proeven. We probeerden met veel ernst gedurende vele uren per dag mooi te schrijven met een ballonpennetje gedopt in een met inkt gevulde inktpot. Dat we uiteindelijk zonder vlekken mooi gevormde letters op papier konden krijgen, letters die als opperste bekroning moesten dienen om onze jaarlijkse nieuwjaarsbrief ter wereld te brengen, was een heel verdienste van de onderwijzer(es) en een goede oefening voor onze fijne motoriek.
Het blijven persoonlijke vaardigheden die een stempel drukte op onze vorming en we werden aan ons eigen schrift zelfs herkend. Al deze moeite wordt nu vervangen door ontelbare lettertypes die in "Word" ter beschikking staan op de computer en die langs zijn spellingcontrole er tevens voor zorgt dat alles nu foutlozer geschreven wordt. Kunnen we het of kennen de kinderen het? Men drilde ons zonder ophouden om de tafels van vermenigvuldiging klassikaal te kunnen afdreunen, met leerde ons breuken op- en aftellen, vermenigvuldigen en delen (dit laatste met de tweede omgekeerd) tot we er niet meer aan uit konden. De laatste keer dat ik zo een breuk nodig gehad heb was om de zondagse taart door te snijden in precies acht gelijke delen. We leerden vijlen tot op 1/100 mm nauwkeurig “met de hand”. Die taak is door machines overgenomen, machines die bestuurd worden door computers bestuurd vanuit een rustig bureel, zonder oorverdovend lawaai of geur van olie, die je zeker een maagzweer bezorgde. Kan men het en …moeten we het nog kunnen? Ik kan zo nog door doorgaan met ontelbare voorbeelden maar ik weet wel dat onze en de hedendaagse leraars niet in de toekomst kunnen kijken en dat we niet weten wat de toekomende voor de toekomst werkelijk nodig zullen hebben. Dat we onze opvoeding zo flexibel moeten aanbrengen dat de kinderen zonder véél moeite kunnen inspelen op nieuwe toestanden en uitdagingen die zich aandienen is een feit waar we het dan ook zullen moeten mee doen.
“Ze zullen het moeten kunnen” en ik heb geen schrik dat het kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten