Wanneer het westelijk deel van Limburg in september 1944 bevrijd werd moest het oostelijk deel wachten tot na het Ardennen offensief in 1945 om hetzelfde mee te vieren.
Door dit feit en andere oorlogsomstandigheden vertoefde ik als zesjarige langere tijd in oorlogsgebied, daar ik op dat ogenblik, samen met mijn zus Nelly, bij mijn grootmoeder verbleef in Stokkem aan de Maas.
Zes jaar is ook de leeftijd dat men naar het eerste studiejaar gaat en ik werd toentertijd ingeschreven in de lagere jongensschool van Stokkem en we kregen een klaslokaal in het toenmalige gemeentehuis op de Rechtestraat.
Ik leerde vlijtig "Stokkems "dialect en van de juf kreeg ik regelmatig een nieuwe griffel en een heilige prentje om aan te duiden dat ik wel mijn best deed.
Helaas de bevrijding kwam en de Stokkemse school werd geruild met de Gemeentelijke jongensschool van de Geiteling in Beringen.
Daar werd ik samen met een Hollandse jongen, als inwijkeling, op de laatste bank geplaatst en moesten we proberen om ook hier het leerproces van lezen en schrijven en de toegepaste leermethode onder de knie te krijgen.
Dat was van deze buitenlanders teveel gevraagd en buiten wat kattenkwaad, ezelsoren en rode inkt herinner ik mij niet veel als een hoogst slecht resultaat. Ik verstond van dat Berings eerste studiejaars geen snars.
Gelukkig dronk die Kees naast mij regelmatig de inktpot leeg zodat we samen aan de pomp op de speelplaats zijn mond moesten spoelen. Als tijdverdrijf kon dit tellen en ik denk dat het de enige plezierige herinnering is die ik van die periode als nieuwe inwijkeling in mijn Beringen heb overgehouden.
Wanneer we later in het Middelbaar onderwijs Duits kregen, kwam mijn basiskennis Stokkems goed van pas en kon ik niet begrijpen dat anderen daar moeilijkheden mee hadden.
We verbleven in Stokkem bij mijn grootmoeder en haar zoon, onze nonkel Thei( Theo). Hij was onze God, hij kon alles, voorzag op terechte of misschien wel onterechte wijze in alles wat ons in ons levensonderhoud moest voorzien en...dat was in die oorlogsperiode heel wat en ...hij had daar niemand anders voor nodig.
Hij had naast zijn werk op de mijn, een groententuin, hield konijnen, kwam regelmatig met vis en fruit naar huis. Dit laatste meestal als het donker was. .
Hij speelde voetbal bij de "Eerste" ploeg van Stokkem en was de "baas" van de lokale bibliotheek. Hij las en kon lezen wat hij wilde maar wat hem vooral charmeerde," Hij had een pracht van een "lief""
Lieske, was het mooiste en liefste meisje dat we tot dan toe gezien hadden- kijk maar de bijhorende foto van haar om te zien dat ik gelijk heb -. Het leek wel een fee uit een sprookje. Het was daarenboven, in onze ogen nog een rijke, ze bezat een eigen naaiatelier en ze bracht elke zondag voor ons snoep mee want bij haar thuis hadden ze een specerijen winkel met een snoepafdeling.
Wel Tei (Theo) en Lieske zijn ondertussen meer dan zestig jaar getrouwd en ik kijk nog steeds met bewondering en verwondering terug naar die periode in Stokkem waar ik mijn eerste vreemde taal "Het Stokkems" leerde.
Dank U Tei en Lieske voor die levenslessen die we toen genoten hebben.
Meer familiefoto's op Harrie's site aan de rechterzijde en doorklikken op "Familiefoto's"