Hun schuurtje en bijhorend koertje was de geschikte plaats voor de wekelijkse “Plaats voor velo’s” door mijn grootouders met "de grootste zorg verzorgd".
Prijs was 2 (twee) Frank, gebruik van “open” toilet inbegrepen.
De hele organisatie vroeg wel een hele voorbereiding.
Zo moest er voor elke fiets twee kartonnetjes gemaakt met éénzelfde nummer.
In de hele voorbereiding werd ik betrokken met mijn hele schooluitrusting.
Ik was namelijk in staat om in normschrift cijfers met een redispen, maat 1mm- in Oost-Indische inkt-, de juiste nummers te schrijven en wekelijks de ontbrekende terug aan te vullen voor hergebruik.
Dat deze "Plaats voor vélo's" een grote sociale waarde en inpakt had, spreekt voor zich.
Het uitwisselen van de eerste en laatste nieuwsjes, die het dorpsgebeuren kleurden, gebeurden hier .
Een activiteit waarin ik mijn grootvader enorm bewonderde en nieuwsgierig hiervoor legde ik gretig mijn oor te luisteren naar zijn kleurig gevoerde conversaties.
Conversaties die ook zeker zijn eigen nieuwsgierigheid bevredigde.
Zelf maakte mijn grootvader van zijn privilegie gebruik om zijn eigen gewonnen groenten, die hij voor eigen gebruik niet nodig had, te koop aan te bieden en vooral met de nodige fantasie aan te prijzen.
Hoogdagen van zijn activiteit waren de kermisdagen.
Dan ging de prijs van 2 naar 5 frank – er kwam dan nachtwerk en een zaklantaarn bij het werk te pas-, vandaar de gerechtvaardigde prijsverhoging.
De cliënten waren dan ook totaal anders en de alertheid moest dan ook opgedreven worden.
De fietsers waren bij het afhalen ook niet allemaal nog rijvaardig en zeker niet in staat om in de massa fietsen hun exemplaar te herkennen. Dit alles bracht een verhoogde spanning.
Maar dat dit een lonende bezigheid was kon ik afleiden uit het feit dat op een bepaalde dag, mijn grootvader, na een goed kermisweekend, besloot om eindelijk een trouwring te kopen voor hen beiden.
Eénmaal hebben mijn zus Nelly en ik, de job van vervanger mogen uitoefenen, omdat mijn grootouders op reis waren, naar hun dochters in Antwerpen.
Aan deze gebeurtenis ging een strenge vergadering vooraf waarop we gewezen werden op de verantwoordelijkheid die er kwam kijken bij deze luchtig lijkende bijverdienste.
Verkeerd meegeven, stelen, beschadigingen door onhandig verplaatsen, bij houden van in bewaring gegeven goederen, correct opvragen van kartonnetjes, vriendelijk zijn tegen de mensen, hun afwezigheid juist uitleggen, het werd ons allemaal met nadruk ingepompt.
Ook de financiële kant werd erg zuinig afgesproken.
Ik heb van schrik enkele nachten slecht geslapen en was blij dat mijn grootouders terug waren van hun “excursie” en de staf van verantwoordelijkheid mocht teruggeven.
Van belastingen op deze activiteit en controle op zwartwerk hoorden we toentertijd gelukkig nog niets zodat deze kleine creatieve bijverdienste het leven van toenmalige gepensioneerden een beetje dragelijker en voor iedereen gelukkiger maakten.