maandag, september 18, 2006

Wat deden we vroeger? De danstent bij nonk Lom.

Het dansorgel bij Nonk Lom was ver buiten Beringen bekend en een enige mogelijkheid van danscontact tussen de toenmalige jeugd. Rechts vader, links Nonk Sus, de patron Nonk Lom in het midden met buishoed. Wanneer je naar bovenstaande foto kijkt denk je misschien dat je te doen hebt met personen die optreden in een vroeger circus. Niets is minder waar. De man in het midden, met buishoed, een oom van mijn vader, had indertijd, we spreken van 1932, een danstent.De mooi versierde decoratie achter al zijn personeelsleden was het dansorgel. Dit orgel werd in werking gesteld door middel van muziekboeken waarin gaatjes waren aangebracht die op hun beurt, zoals bij de eerste computers, instonden voor het ingang brengen van verschillende muziekinstrumenten die in en op het orgel waren aangebracht. Er was aanwezig een boekenmeester die telkens drie muziekboeken van een bepaalde soort in het orgel stak en de werking verzorgde. De dansen werden per drie gespeeld, Polka, Mazurka, Foxtrot, Charleston, Mars en vergeten we zeker niet de fameuze Wals. De kandidaat dansers zaten rond een piste. De meisjes wachten op hun stoel en werden door moedige jongens uitgenodigd voor de volgende dans. Zij die nooit gevraagd werden, werden "muurbloemetjes" genoemd.De jongens stonden aan de toog en dronken zichzelf moed in om de stap naar een gekozen meisje te wagen. Het meisje had het recht om de dans te weigeren, maar dat werd als een zeer zwaar "affront" ervaren.Tussen de tweede en de derde dans werd er door pistejongens- zie ook hier boven onze familieleden- rondgegaan voor "dansgeld".Dit was toentertijd vijf centiemen, wat overeenkomt met één Euro op dit ogenblik. Het was een hele eer om als pistejongen te mogen werken, hij verdiende iets maar kreeg ook van de in goede stemming verkerende dansers heel wat drinkgeld, meer nog, ze konden hun ogen van dichtbij de kost geven. Mijn vader - uiterst rechts op de foto - was een van hen. Na de dans werden de meisjes terug naar hun plaats begeleid of soms door een erg ondernemende partner uitgenodigd om iets mee gaan te drinken aan de toog. Dit toegeven was al een ernstige tegemoetkoming aan de verleidingskunsten van een jongen en werd dan ook door de anderen reeds achterdochtig en met jaloerse blikken bekeken. Andere danstenten waren soms rondreizende attracties die meestal tijdens de kermisdagen opgesteld stonden. Ze waren meestal drie dagen van de kermis in actie, zondag, maandag en dinsdag. Ze waren erg decoratief met veel versieringen en spiegels maar vooral voorzien van een goed verzorgde dansvloer in hout waar men op regelmatige tijdstippen van de avond zagemeel opstrooiden om het glijden bij het dansen te bevorderen.De beste dansers hadden ook toen het meeste succes. Dansen was een kunst die toentertijd met veel hoffelijkheid gebeurde….. maar waar de romantiek zeker hoogtij vierde en we met onze familie met graagte aan meehielpen. Posted by Picasa

1 opmerking:

Anoniem zei

Dat was niet de grootvader van mijn vader maar de nonkel