woensdag, januari 16, 2008

Hoe "braaf" het vroeger was...!!!

Bij het bladeren door oude postkaarten stoot ik ook op afbeeldingen van de kerk van Beringen uit die tijd dat we deze kerk als middelpunt van het toenmalig ongrijpbaar gezag ervaarden.
Een monumentaal gebouw waarvan de oorsprong ons creatief vermogen ver overtrof.
We konden ons toen onmogelijk voorstellen dat dit gebouw en zijn rijk versierd interieur door mensenhanden was gecreëerd.
Wanneer we de gereedschappen zagen waarmee thuis met de meeste moeite een fatsoenlijk konijnenhok kon worden gefabriceerd was het vrij normaal dat we dachten dat de hemelse beelden en decoratie van de kerk ook een wonder was dat uit de hemel was neergedaald, zoals zovele dingen die met de kerk verbonden waren, ook op mirakels en mystiek berusten.
Dat we dagelijks de kerk "moesten bezoeken", dat alle plechtigheden daar gebeurden, dat alle toespraken die ons op het rechte pad moesten houden, vanaf zo een hemelse preekstoel naar onder donderde, door een onwereldlijke Pastoor of Deken geformuleerd, dat alles maakten ons zo volgzaam en onderdrukt, want, op deze onwezenlijke wereld, durfden of konden we geen enkele opmerking of aanmerking maken.



Wij waren niet alleen ook de meeste volwassenen gingen "ter kerke" en deden buitengewone inspanningen om geen enkele kerkelijke gebeurtenis te missen.
De eerste "rebellen" tegen deze overmacht vonden we nog aan de kerk. Ze demonstreerden tegen de clerus onder het voorwendsel van, geen plaats, buiten tegen de kerkmuur of achteraan rechtstaand, tijdens één van de talrijke missen die elke zondag werden opgedragen.
Wee de schande wanneer de "Deken" deze halve heidenen persoonlijk naar voor haalde in de kerk en hun een plaats van voor in de kerk toewees die helemaal de hunne niet was en die ze voor de ganse goegemeente onder dwang moesten innemen.
De kerk stond vol stoelen die een persoonlijke eigenaar hadden en die door deze bezitters met recht werden opgeëist.
Voor dit recht van stoelbezit werd dan ook een speciale omhaling gedaan tijdens de mis het zogenaamde "stoeltjesgeld".
Het was dan ook een punt van eer deze stoel goed te onderhouden en zelfs van een messingplaatje te voorzien met de trotse familienaam van de bezitter.
We hebben het in deze materie nooit zo ver gebracht en zijn dan ook steeds illegale stoelbezetters geweest die er een sport van maakten om op de meest gerenommeerde stoelen te gaan zitten met alle wegjaag procedures als gevolg.

De fameuze "biechtstoel" boezemden ons een indrukwekkend gezag in. Tot op latere leeftijd durfde ik me het inwendige van zo een biechtstoel niet voorstellen.
Biechten werd ons zo voorgesteld dat we er een bevrijdend vreesachtig gevoel aan overhielden.
De plechtige "serieus" waarop de biechtvader zich van zijn taak kweet, de grote waarheden van ondeugendheid die hier allen in een soort sterfput belanden, de ernst die er van alle volwassenen uitging bij het gaan opbiechten van al zijn zonden, het trof ons allen zéér diep. We waren er ook met zijn allen van overtuigd door de indoctrinatie dat er héél wat zonden waren, en die tegen de onkuisheid waren nog de meest imponerende. Nooit zou het bij ons opkomen dat deze pastoor over een alles overziende informatiebron beschikte die een gans dorp en ver daarbuiten kon manipuleren.
Dat al de kleine en grote waarheden van de gewone mensen verborgen onder een zwarte soutane ook konden gebruikt worden tot verwerven van goederen om alles af te kopen, ook ons hemels heil, kwam toen zeker niet bij ons op.
We werden geestelijk onderdrukt zelfs neergesabeld als we over tegen deze ganse hiërarchie ook maar durfden nadenken.


Geen opmerkingen: