Van Kristine kreeg ik oude zichtkaarten van Diest doorgestuurd. Diest is een Middeleeuwse stad met zéér veel geklasseerde gebouwen. Om nu te zien wat er overblijft van het vroegere stadsbeeld kan men niet beter doen dan op de zelfde plaats beelden maken van het vroegere stadsgedeelte. Rond de Grote Markt zijn we dan ook op zoek gegaan naar nieuwe en bewaarde stadsbeelden. Het Spijker is er één van. Het lag vroeger aan de Demer en deed dienst als Refugiehuis.
Na jaren van onbestemdheid en verval is het de laatste jaren met zorg gerestaureerd en omgetoverd tot een mooi hotel.
In het verlengde van de Refugiestraat vallen vooral de verdwenen huisjes op, voor de grote kerk en dit tegen de muur van de huidige Proosdij.
Ook merkwaardig verschil met toen is de verdwenen, nu overkoepelde, Demer die hier oorspronkelijk voorbij kwam en het stadsbeeld toen domineerden. De refugiehuizen, die toenmalige graanschuren waren, werden destijds opgetrokken langs de bevaarbare Demer om in tijden van nood voor het nodige voedsel te kunnen zorgen.
Ook de brouwerijen - toen de trots van Diest- lagen allen langs de schepklare Demer.
Na jaren van onbestemdheid en verval is het de laatste jaren met zorg gerestaureerd en omgetoverd tot een mooi hotel.
In het verlengde van de Refugiestraat vallen vooral de verdwenen huisjes op, voor de grote kerk en dit tegen de muur van de huidige Proosdij.
Ook merkwaardig verschil met toen is de verdwenen, nu overkoepelde, Demer die hier oorspronkelijk voorbij kwam en het stadsbeeld toen domineerden. De refugiehuizen, die toenmalige graanschuren waren, werden destijds opgetrokken langs de bevaarbare Demer om in tijden van nood voor het nodige voedsel te kunnen zorgen.
Ook de brouwerijen - toen de trots van Diest- lagen allen langs de schepklare Demer.
Op de Grote Markt valt buiten de dominantie van het huidige verkeer, het standbeeld van Cleynaerts op die het marktplein bewaakt.
Voor de Grote Kerk, juist achter de kar met paard, was vroeger de politiewachtplaats. Door deze af te breken had men blijkbaar nog niet genoeg geld om op de St. Sulpitiuskerk een fatsoenlijke toren te plaatsen.
Voor de Grote Kerk, juist achter de kar met paard, was vroeger de politiewachtplaats. Door deze af te breken had men blijkbaar nog niet genoeg geld om op de St. Sulpitiuskerk een fatsoenlijke toren te plaatsen.
Men heeft in Diest niet alles kunnen bewaren, maar de meeste merkwaardige gebouwen tracht men met veel kunst en vliegwerk toch te bewaren voor het nageslacht...en daar zijn we dankbaar voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten